Cerium (iii) carbonaateigenschappen
CAS Nr. | 537-01-9 |
Chemische formule | CE2 (CO3) 3 |
Molaire massa | 460.26 g/mol |
Verschijning | Wit vaste stof |
Smeltpunt | 500 ° C (932 ° F; 773 K) |
Oplosbaarheid in water | verwaarloosbaar |
GHS Hazard -verklaringen | H413 |
GHS voorzorgsmaatregelen | P273, P501 |
Flitspunt | Niet ontspannend |
Hoge zuiverheid cerium (III) carbonaat
Deeltjesgrootte (D50) 3〜5 μm
Zuiverheid ((CEO2/TREO) | 99,98% |
Treo (totaal zeldzame aardoxiden) | 49,54% |
Herhalingsinhoud | ppm | Niet-rees onzuiverheden | ppm |
LA2O3 | <90 | FE2O3 | <15 |
PR6O11 | <50 | Cao | <10 |
ND2O3 | <10 | SiO2 | <20 |
SM2O3 | <10 | AL2O3 | <20 |
EU2O3 | Nd | NA2O | <10 |
GD2O3 | Nd | Cl¯ | <300 |
TB4O7 | Nd | So₄²⁻ | <52 |
DY2O3 | Nd | ||
HO2O3 | Nd | ||
ER2O3 | Nd | ||
TM2O3 | Nd | ||
YB2O3 | Nd | ||
Lu2o3 | Nd | ||
Y2O3 | <10 |
【Verpakking】 25kg/tasvereisten: vochtbestendig, stofvrij, droog, ventileren en schoon.
Waar wordt cerium (III) carbonaat voor gebruikt?
Cerium (III) carbonaat wordt gebruikt bij de productie van cerium (III) chloride en in gloeilampen. Ceriumcarbonaat wordt ook toegepast bij het maken van automatische katalysator en glas, en ook als grondstoffen voor het produceren van andere ceriumverbindingen. In de glasindustrie wordt het beschouwd als het meest efficiënte glazen polijstmiddel voor precisie optische polijsten. Het wordt ook gebruikt om glas te ontcijferen door ijzer in zijn ijzerstaat te houden. Het vermogen van cerium-gedoteerd glas om Ultra Violet Light te blokkeren, wordt gebruikt bij de productie van medisch glaswerk en ruimtevaartramen. Ceriumcarbonaat is over het algemeen onmiddellijk beschikbaar in de meeste delen. Ultra hoge zuiverheid en samenstellingen met hoge zuiverheid verbeteren zowel optische kwaliteit als bruikbaarheid als wetenschappelijke normen.
Trouwens, de vele commerciële toepassingen voor cerium zijn metallurgie, glazen en glazen polijst, keramiek, katalysatoren en in fosforen. In de staalproductie wordt het gebruikt om vrije zuurstof en zwavel te verwijderen door stabiele oxysulfide te vormen en door ongewenste sporenelementen te binden, zoals lood en antimoon.